Goede begeleiding

 Begeleidingswerkzaamheden; maar hoe?

Er zijn ongeveer net zoveel definities van mentoring en de verschillen of overeenkomsten met coaching als er mentoren en coaches zijn. Velen zouden zeggen dat ze hetzelfde zijn of op zijn minst niet duidelijk te scheiden zijn. 

Wat je mentoring wel kunt zeggen, is dat het een enorm verschil kan maken als je iemand hebt om mee te praten over zaken die voor jou belangrijk zijn. Wat in dit opzicht het beste werkt, heb ik geprobeerd de 12 belangrijkste kenmerken van mentoring samen te vatten:

1. Goede mentoring is doelgericht: we gaan niet zomaar aan tafel als we mentor zijn. We zijn er om een ​​oorzaak van stress of onzekerheid aan te pakken; een gebrek aan knowhow of resolutie. De tijd wordt genomen, dus laat deze constructief gebruikt worden. 

De eerste fase van mentoring moet zijn om overeen te komen wat het doel is. In bijna alle gevallen behoren motivatie en zelfvertrouwen waarschijnlijk tot de gezochte - en verkregen resultaten.

2. Goede mentoring wordt uitgevoerd door iemand die relevant is: in een informele setting kan een mentor iemand zijn met wie u uw zorgen deelt, misschien zonder te beseffen dat mentoring plaatsvindt. Je hebt die persoon gekozen als iemand bij wie je je op je gemak voelt, die zal luisteren en wijsheid kan bieden. In een zakelijke omgeving hebben we dat en meer nodig. 

Mentoring gaat over iets dat verband houdt met uw zakelijke leven, waarin u tijd en mogelijk geld wilt investeren. In het bedrijfsleven wordt een rendement verwacht van investeringen, dus je mentor moet iemand zijn van wie je zo'n rendement kunt halen - die dat probleem begrijpt omdat ze er zelf zijn geweest.

3. Goed mentorschap is luisteren en niet adviseren: mentoren adviseren niet; ze luisteren actief. Dit betekent dat ze niet alleen willen begrijpen wat de mentee zegt en bedoelt, maar ook waartoe ze in staat zijn om het probleem aan te pakken. 

Vragen stellen en luisteren zijn de belangrijkste technieken van de mentor, ook als het gaat om het aanbieden van hun expertise. "Heb je overwogen...?" en wat denk je van....?" zijn typische manieren om een ​​methode te introduceren, in plaats van "Je zou moeten...".

4. Een goede mentor heeft maar één agenda, die van de mentee: degenen die mentoring zien als een platform voor zelfpromotie, zijn geen goede mentoren. Hun benadering van helpen zal worden aangetast door de resultaten die ze willen, in plaats van het welzijn van de mentee. Degenen die nadenken over hun aanstaande vakantieplannen, belastingaangifte of baan, worden niet goed begeleid. 

Ze luisteren niet actief. Klanten en organisatoren van mentorprogramma's moeten er zeker van zijn dat dergelijk gedrag van geen enkele potentiële mentor kan worden verwacht. Mentoring moet uitsluitend gericht zijn op het doel en de behoefte van de persoon die wordt begeleid.

5. Goede mentoring biedt een klankbord: soms moet je je eigen vertrouwen opbouwen dat wat je denkt te willen doen, juist is. Soms moet je de mond snoeren over de onrechtvaardigheden van de wereld, zodat je ze van je borst kunt krijgen en door kunt gaan met je dagelijkse werk. Soms moet je de lasten van verantwoordelijkheid delen met iemand buiten je hiërarchie. 

Deze dingen moeten worden gedaan met iemand die veilig is; iemand die je kunt vertrouwen, niet om te verspreiden wat je zegt, noch om je te veroordelen omdat je je zo voelt. Mentorschap vereist vertrouwen en vertrouwelijkheid.